Terug naar de beginpagina

 

De hormoonkuur

 

Op 13 januari 2005 krijg ik de eerste Zoladex-spuit toegediend. Bij mij zal dat driemaandelijks gebeuren. De Zoladex moet de werking van mijn eierstokken gaan onderdrukken, zodat de productie van het hormoon oestrogeen wordt geremd. Ik moet de spuit zelf ophalen bij de apotheek. Ik schrik van de afmeting: de spuit is zo’n 15 cm lang. De spuit wordt in de buik onder de navel ingebracht door de mammacareverpleegkundige. De lichamelijke pijn valt alleszins mee, maar op het moment van toediening is de gedachte overweldigend dat ik hiermee misschien mijn kans op een kind vaarwel zeg. Door deze spuit word ik “chemisch gecastreerd”. Daarnaast moet ik elke dag een Tamoxifen-tablet slikken. Hierdoor moet de kans op terugkeer van de kanker aanzienlijk afnemen.

 

Begin februari 2005 heb ik al behoorlijk veel last van opvliegers. Ik word tot acht keer per nacht badend in het zweet wakker. Ook heb ik last van misselijkheid. Ik laat het maar even betijen. Vooralsnog is er mee te leven, vooral omdat ik nog niet terug aan het werk ben. In de lente ga ik beginnen met mijn reïntegratie. Vanaf juli ben ik eigenlijk niet meer aan het werk geweest, dus dat zal wennen zijn.

 

Begin maart 2005 zijn de bijwerkingen nog niet echt afgenomen. De opvliegers verminderen misschien iets in frequentie, maar maken dat vooral ’s nachts goed in intensiteit. De misselijkheid wordt niet echt minder en ik heb alweer een paar keer staan kokhalzen. Ook heb ik veel last van mijn darmen. Het is belangrijk om de Tamoxifen elke dag om dezelfde tijd te nemen: als je teveel van dat tijdstip afwijkt, kan het zelfs contraproductief gaan werken. Helaas is mijn brein na de chemo nog niet op de normale scherpte dus ik heb mijn gsm zodanig geprogrammeerd dat er elke dag om 17.30 uur een alarm afgaat. Daarnaast turf ik ook nog op het doosje hoeveel ik er heb geslikt. Een doordrukstrip met dagaanduiding zoals bij de anticonceptiepil zou een stuk handiger zijn geweest!

 

Dan stuit ik ook nog op de ontdekking dat Tamoxifen in mijn specifieke situatie zeer waarschijnlijk niet goed werkt. Er is een andere pil op de markt, een zogenaamde aromataseremmer. Die is waarschijnlijk veel effectiever bij tumoren die her2neu+++, oestrogeen positief en progesteron negatief zijn. Dat zijn precies de kenmerken van mijn tumor. Voorheen werd deze pil, Arimidex genaamd, alleen voorgeschreven aan vrouwen die de overgang al achter de rug hebben en bij wie uitzaaiingen zijn geconstateerd. Het gebruik bij jonge vrouwen is nog niet tot in den treure getest. Momenteel loopt er een aantal trials, waarvan de uitslagen eind dit jaar verwacht worden. Maar alles wijst erop dat Arimidex veel effectiever is dan Tamoxifen en dat de richtlijn in de nabije toekomst veranderd zal worden. Ik heb geen zin om daarop te wachten en vraag een gesprek aan met mijn internist-oncoloog. Ik verzamel informatie en heb het gevoel dat ik een spreekbeurt aan het voorbereiden ben. Ik ben er erg op gebrand om van pil te veranderen. Het heeft me al zoveel moeite gekost om me neer te leggen bij het volgen van de hormoonkuur. De gedachte is onverdraaglijk dat er wordt ingegrepen in mijn hormoonhuishouding met alle bijwerkingen van dien, terwijl er grote vraagtekens zijn over de effectiviteit. Daarbij zijn er aanwijzingen dat chemotherapie en bestralingen minder goed aanslaan bij her2neu-positieve tumoren. Een reden te meer om de hormoontherapie dan wel helemaal uit te buiten.

 

Mijn goede voorbereiding werpt haar vruchten af bij het gesprek op 9 maart in het ziekenhuis. Eerst confronteer ik de oncoloog met uitspraken die hij zelf in de media heeft gedaan ten faveure van aromataseremmers. Als uitsmijter heb ik een artikel gedownloaded en uitgeprint in zijn eigen vaktaal, afkomstig van een congres dat hij zelf in december 2004 heeft bijgewoond. Uiteindelijk drukt hij op “print” en komt het felbegeerde recept voor Arimidex uit zijn printertje gerold. Het zal ongetwijfeld niet de doorslag hebben gegeven, maar ik denk dat het een rol heeft gespeeld dat ik goed geïnformeerd was en me bewust was van de experimentele status van Arimidex. Ik mag direct dezelfde avond overstappen. Er is een last van me afgevallen. Als klap op de vuurpijl blijkt de Arimidex wèl in een doordrukstrip met dagverpakking te zitten.

 

Begin april ben ik nog steeds erg blij met mijn overstap. Het beste nieuws is dat ik niet meer misselijk ben sinds ik Arimidex gebruik. Ook heb ik veel minder last van mijn darmen. Aan de opvliegers is weinig veranderd: ’s nachts zijn ze het heftigst, maar ook overdag heb ik er geregeld last van. Ik kom erachter dat ik bij Arimidex absoluut een kalksupplement moet gebruiken. Er wordt zelfs gesproken van een afname van de botdichtheid van 15% per jaar. Dit heb ik echter niet voorgeschreven gekregen op 9 maart. Ik ga er direct achteraan. Via mijn lotgenotenwebsite weet ik dat Fosamax de beste optie is: dit hoeft slechts één keer per week te worden ingenomen en heeft minder bijwerkingen dan de dagelijks in te nemen supplementen. Het blijkt wel heftig spul te zijn. Zo mag je een halfuur na inname van de pil niet gaan liggen en mag je ook niets eten. En welke dag van de week zal ik kiezen om het supplement in te nemen?

 

Eind juli 2005 is aangebroken. Ondertussen krijg ik de Zoladex-spuit elke tien weken toegediend in plaats van elke twaalf weken. Dit schijnt effectiever te zijn bij vrouwen die nog niet door de menopauze zijn gegaan. Ik merk dat de opvliegers heftiger zijn vlak na toediening van de Zoladex. Door de hormoontherapie heb ik erg veel last van stemmingswisselingen. Het ene moment ben ik euforisch van vreugde, terwijl ik me het moment erna overspoeld kan voelen door negatieve emoties. Lichamelijk gezien voel ik me een vrouw van zestig. Ik heb pijn in mijn botten en spieren. Ik kan niet meer goed door mijn knieën zakken en als ik opsta vanuit zittende positie gaat dat moeizaam. Ik voel me stram en versleten. Rationeel gezien weet ik dat hormoontherapie een belangrijke factor is om de terugkeer van mijn kanker te voorkomen, maar gevoelsmatig heb ik er nog steeds heel veel moeite mee. Ik ga er voorlopig van uit dat ik de hormoonkuur twee jaar zal volgen. Daarvan is nu nog maar een halfjaar verstreken…

 

Het is nu eind november 2005. Nadat ik me er een tijdje bij heb kunnen neerleggen, heb ik het nu weer helemaal gehad met de hormoonkuur. Onder meer vanwege de combinatie met de Herceptinkuur worden de stemmingswisselingen steeds heftiger. Zelfs op mijn werk lukt het me niet altijd meer om mijn “mood swings” in bedwang te houden. Zo heb ik op het werk de deur in het gezicht van mijn hoogste baas dichtgesmeten. In plaats van ups and downs zijn er nu bijna uitsluitend downs. Het voelt alsof ik alleen maar aan het ploeteren ben, wachtend op betere tijden. Alles lijkt uitzichtloos en zinloos en ik zie de wereld als door een dikke matglazen wand. Ik voel me geen vrouw van zestig meer, maar eentje van tachtig. De stramheid wordt er niet beter op, ik heb geen seksdrive meer en ik begin een typisch oudevrouwenpostuur te ontwikkelen. Af en toe haat ik mezelf, of wat ik ben geworden.

 

Op 24 november heb ik weer een afspraak met de internist-oncoloog. Ik herinner hem aan het gesprek van een jaar eerder, waarin ik te kennen had gegeven per jaar te bekijken of ik verder wilde gaan met de hormoonkuur. Aankomende januari ben ik een jaar bezig, maar op deze manier is het nauwelijks vol te houden. Als ik mijn klachten uiteenzet, geeft hij toe dat het middel op deze manier erger is dan de kwaal. Ik onderga de nabehandelingen namelijk allemaal “voor de zekerheid”, want sinds september 2004 is er geen kanker meer aan te tonen in mijn lichaam. Er is bloed afgenomen om mijn hormoonspiegel te meten, en het blijkt dat die extreem laag is. In combinatie met mijn leeftijd verklaart dit mijn heftige klachten. Nu ik ook een Herceptin-kuur krijg, is mijn situatie enigszins veranderd. Natuurlijk is het beter om de hormoonkuur langer vol te houden, maar mijn oncoloog ziet het nu niet meer als onoverkomelijk om na een jaar te stoppen. Naast mijn operatie heb ik dan een chemokuur, 33 bestralingen, een Herceptin-kuur en een jaar hormoontherapie achter de rug. Het is precies wat ik graag wil horen, maar eerlijk gezegd had ik dit antwoord niet verwacht. Ook op de vraag of ik dan mag proberen om zwanger te raken, krijg ik een bevestigend antwoord. Wel tekent hij erbij aan dat ik niet zwanger mag worden zolang ik nog aan de Herceptin ben. Geen enkel probleem. Het zal sowieso de vraag zijn of ik na alle behandelingen nog vruchtbaar ben en ik ben zeker niet van plan om direct na de behandelingen te proberen in verwachting te raken. Eerst maar even mijn leven weer op poten zien te krijgen.

 

Omdat er net die ochtend een nieuwe Zoladex-spuit is gezet om mijn eierstokken plat te leggen, heb ik 12 weken bedenktijd. Dan moet een eventuele nieuwe spuit worden gezet. Mijn hormoonspiegel was zo laag dat het bij mij niet nodig is gebleken om de spuit elke 10 weken te zetten. Eens in de drie maanden is genoeg. Dus ergens in februari moet de beslissing worden genomen. Als ik door de regen van het ziekenhuis naar huis loop, is de opluchting groot. Eindelijk lijkt er licht te gloren aan het einde van de tunnel. Maar tegelijkertijd slaat de twijfel toe. Stel dat ik inderdaad stop en de kanker komt na een tijdje toch weer terug… Maar zelfs dan zal ik niet zeker weten of het door de gestaakte hormoonkuur komt of niet. Zoals mijn oncoloog zei: ook vrouwen die een hormoonkuur volgen, kunnen uitzaaiingen krijgen, net zoals vrouwen die Herceptin gebruiken.

 

Ik kan er nu nog geen beslissing over nemen. Voorlopig probeer ik het onderwerp even uit mijn hoofd te zetten. In februari verwacht ik ook de uitslag van het genetisch onderzoek. Als blijkt dat ik drager ben van de borstkankergenen BRCA1 of BRCA2, verandert de situatie toch volkomen. Dan zal ik zeker doorgaan met de hormoonkuur en ik zal dan ook beide borsten laten amputeren. De risico’s zijn dan namelijk zo groot dat ik alles zal moeten aangrijpen om de terugkeer van de kanker te voorkomen. Hopelijk komt de uitslag van het genetisch onderzoek op tijd, anders zal ik de volgende Zoladex-spuit sowieso laten zetten.

 

Dit verhaal wordt dus in februari vervolgd…

 

Ondertussen is het alweer mei 2006 en ik ben nog steeds bezig met de hormoonkuur. Het staat nu vast dat ik er tot begin 2007 mee doorga. Na een jaar stoppen vond ik toch te risicovol. Ik heb wel voorbeelden kunnen vinden van vrouwen die na twee jaar stopten, maar geen enkel verhaal van iemand die na een jaar stopte. Ook heb ik een andere oncoloog om zijn mening gevraagd. Die zei dat hij het in mijn geval oncologisch gezien onverantwoord vond om eerder te stoppen dan na twee jaar. Dat is dan twee jaar na het begin van de hormoonkuur (dus in mijn geval januari 2005) en niet vanaf de verwijdering van de tumor (in mijn geval in september 2004). De redenen die hij gaf om in ieder geval de twee jaar vol te maken, waren: jonge leeftijd, graad 3, her2neu+++ en een tumor groter dan een centimeter (mijn tumor was 12 mm). Dit verhaal paste veel beter bij mijn eigen gevoel, dus voorlopig is het nog even blik op oneindig, verstand op nul.

 

Want de klachten nemen helaas nog niet af. Vooral de depressieve gevoelens en stemmingswisselingen blijven erg moeilijk om mee om te gaan…

 

Naar Herceptin